Pagina's

Oost

INHOUD

Overijssel, de Tankenberg, godin Tanfana

Overijssel, Deventer, de Bergkerk 

Gelderland, Ermelosche heide

Gelderland, Amersfoort

Duitsland, Eifel, op bezoek bij de Matrones


Overijssel: Tankenberg

Oldenzaal, de Lutte, Egheria landgoed, Tan(fana)kenberg, Ootmarsum

Begin maart, al weer een aantal jaren geleden (2006), gingen wij mee op excursie onder de deskundige leiding van niemand minder dan Rudi Klijnstra. Hij had deze mogelijkheid expliciet aan ons aangeboden.
Rudi is kunstenaar (fotograaf) en de Nederlandse graancirkelpionier sinds hij in 1997 een artikel voor een tijdschrift schreef over licht-of plasmabollen (orbs) en hun relatie met graancirkels en krachtplaatsen. Hij heeft een aantal boeken geschreven over deze en aanverwante onderwerpen, waarbij zijn ervaringen nu en vanaf zijn jeugd in het land waar hij is geboren, Twente, vertrekpunt zijn.

Oldenzaal, de Lutte

Een aantal priesteressen van de groepen van Sandra Warmerdam meldde zich om 10: 00 uur ‘s ochtends op het station van Oldenzaal. Rudi had zelf nog drie mensen uitgenodigd. We begonnen met koffie in het dorpscafé “Lutters kwartier“ op de oude brink van de Lutte. 

Isis-Maria
Daar viel mijn oog op een prachtig Mariabeeld dat in het raamkozijn stond. Het was geen doorsneebeeld zoals je dat vaak ziet: een devote Maria, waar de smart der vrouwen uitspreekt. Ik vind het altijd fantastisch als wij vrouwen worden uitgebeeld en gezien voor wie we zijn: mooi en krachtig in ons vrouw-zijn. 

Deze Isis-Maria had een soepel lichaam waaromheen haar blauwe mantel met souplesse en schwung gedrapeerd was. Haar rechterarm was gebogen naar voren gericht en met haar duim en wijsvinger maakte zij een mudra. Op haar hoofd droeg zij een kei van een hoofddeksel, dat duidde op veel macht. Het deed mij denken aan de hoofddeksels waarmee je farizeeërs ziet afgebeeld. Zij was getooid met een grote weelderige bos zwart haar, dat bij mij de naam Morgana deed opkomen. Haar kind had een grote ronde bol, waarvan ik aanneem dat  het de aarde was, in zijn hand, terwijl hij zijn andere hand op zijn buik had.

Hellehond
Voordat we in de auto’s stapten, vertelde Rudi iets over het beeld van de hellehond, dat verderop achter ons te zien was. Dit beeld is gemaakt door Pieter de Monchy, een beeldhouwer die oorspronkelijk uit Hengelo komt. Het vrij forse beeld van de hellehond of kardoeshond beeldt de Hellehond uit die volgens de overlevering “een kortharige, zwarte hond was met een lange nek, een spitse snuit en vrij lange opstaand oren“, die de omgeving van De Lutte onveilig maakte. 

In de volksverhalen was dit de hond van Helle, godin van de onderwereld, oftewel Holda, die wij kennen als vrouw Holle. De Germaanse godin Holda (Wodan was haar man) stond aan het hoofd van een groep geesten die opnieuw zouden incarneren. Uit haar bron kwamen de zielen van de nieuwgeborenen. Daarom is deze onderwereldgodin ook een vruchtbaarheidsgodin. Blafte ergens de Hellehond, dan zei men in De Lutte dat er spoedig iemand zou sterven. 

De schrijvers van het boekje “ Langs het pelgrimspad in Twente en Munsterland“ viel de gelijkenis met Anubis uit de Egyptische mythologie op. De Monchy kon bevestigen dat zijn opdrachtgever hem destijds had meegegeven een gelijkenis met Anubis te maken. Hij zag een duidelijke relatie tussen de Hellehond en Anubis. Anubis was de wachter bij de toegangspoort tot het dodenrijk.

Mariakapelletje, processieweg

We parkeerden op de parkeerplaats bij de Tankenberg en Rudi legde uit dat het (asfalt)weggetje waarover we zouden lopen en het pad dat we direct daarna linksaf zouden nemen, een leyline was. Dus wichelen maar! Dat was voor sommigen geen enkel probleem, maar voor mij was het nieuw en er gebeurde gewoonweg niks! Niet getreurd, ik hou van de pas erin, mijn borst zwelt open als ik in de natuur ben, ik raak helemaal ontspannen bij de vergezichten, het gekwinkeleer van de vogeltjes, de prachtige bomen met hun elfenwortels. 

We liepen eerst naar het Mariakapelletje en daar stonden op een gegeven moment 10 vrouwen in een cirkel en voelden de energie en lieten haar stromen. Dit kapelletje werd gebouwd na de WO II als herinnering aan die oorlog. De parochie financierde de bouw en zorgde voor een Mariabeeld. Het beeld staat op een leycentrum met 10 leylijnen.

De godin Tanfana
Toen we weer terug liepen, vertelde onze gids dat elk jaar in ik meen augustus vanaf dit kapelletje een processie naar beneden gaat, naar de Tankenberg,  ter ere van een zwangere godin Tanfana! Die heeft dan een enorme dikke buik. Men laat witte wieven op hoge stokken heen en weer zwaaien over de velden en in het bos zitten kobolden en kabouters verstopt die de mensen bang maken. Een processie ter ere van de Godin! Hier in ons eigen land! 

Er is een festiviteit, dat met Tanfana te maken heeft, dat wordt gevierd op een veldje verderop, een glooiende heuvel waarvan Rudi weet dat precies daar een leyline loopt! Het trof ons hoe –onbewust waarschijnlijk, bewust heel misschien – de mensen hier in deze streek de godin blijven eren en ook precies dat veldje uitkiezen met geconcentreerde aarde-energie.  Hier moeten we bij zijn, zeiden we tegen elkaar. Rudi vertelde nog dat deze weg de Dodenweg wordt genoemd, hetgeen verwijst naar het gebruik om de doden in een processie naar hun rustplaats te brengen.

Bron van Tanfana: de Lolee

Ons volgende doel was een bronnetje. Hiervoor moesten we van de weg af het bos in en vanaf dat moment was het stil zijn: liep vroeger het wandelpad langs deze bron, sinds het huis daar een nieuwe eigenaar heeft gekregen, mag je er niet meer langslopen. Rudi legde uit dat er nog veel meer bronnetjes zijn, het is een bronrijke streek. 

De bron heet Lo Lee, Heilige Lee. Volgens de legende – of moet ik zeggen volgens de overlevering?? – heeft Tanfana hier in deze bron haar gouden beker oftewel Graal verstopt…..... Een bijzonder lief bronnetje, zo helemaal verstopt in het bos, wat mooi. Na hier even verwijld te hebben, liepen we eromheen en namen het stuk door het bos weer terug om weer bij de weg te komen.

Tanfanaberg

Daarna liepen we naar de Tankenberg, een gekerstende plek, waar we mogen aannemen dat er vroeger een Tanfana-tempel heeft gestaan, een tempel ter ere van Tanfana. Onderzoekers zeggen nu dat die mogelijk in Duitsland heeft gestaan, maar wij vinden het aannemelijk dat Tanfana meerdere tempels had.

De Tankenberg was reeds aanwezig voordat sneeuw en ijs Twente in hun greep kregen (en niet zoals gebruikelijk is te denken ontstaan door de stuwing door gletsjers in de voorlaatste Ijstijd, althans dit is de weergaven van de schrijvers van het pelgrimspad alhier). De heuvel is 84 meter hoog en is daarmee het hoogste punt van Overijssel. Op het hoogste punt, de plek waarover ik het heb, is een heuveltje opgeworpen en daarop staat nu een open koepelgebouwtje, een theekoepel waar teksten met opluchting vermelden dat het kruis het heeft gewonnen van het heidendom.

In het koepeltje zelf  hangt een wit bord met daarop de Latijnse tekst van Tacitus, waarin hij beschrijft hoe de soldaten van Caesar omstreeks 14 na onze jaartelling een oppervlakte van ca. 50 vierkante mijl verwoestten, inclusief de Germaanse tempel. Hoewel we vele dingen aan hen te danken hebben, waren de Romeinen imperialisten die de Germanen, Saksen en Franken genadeloos hebben overmeesterd.

Adembenemend uitzicht
De meeste excursieleden klommen de twee hoge treden op het koepeltje in maar ik durfde dat niet vanwege de ijzel op de treden. Wat Rudi daar vertelde, heb ik dus niet gehoord. Vanaf dit punt kijk je naar Duitsland en ik genoot even van het uitzicht. 

De plek bij het theekoepeltje, dus waar de Tanfantempel heeft gestaan, is een mysterieuze plek. Paragnost Jelle Veeman zag hier een elfentrap : een helderziend waarneembare energieke weg naar diepere aardlagen; en voelde de aanwezigheid van elfen. Aardmannetjes en Elfen werken hier op de Tankenberg aan het vijfde element. 

Op de plaats van de theekoepel heeft een grote rode zwerfkei gelegen (tegenwoordig te vinden op het marktplein in Oldenzaal) en de plek was dus gewijd aan de maangodin Tanfana. Diverse mensen, aldus het boekje, hebben hier priesteressen gezien. In de theekoepel is een plek gevonden met 35 leylijnen.

Het was overigens een prachtige dag. Het was eigenlijk helemaal niet koud, de zon scheen regelmatig en we bleven de hele dag droog. Deze dag was helemaal speciaal voor ons! We liepen van krachtplaats naar krachtplaats en voelden ons prima in ons vel! Logisch, vond Petra, al die energie de hele dag! Het moet gezegd, pas toen ik in de auto zat, werd ik verkouden, daarvoor had ik nergens een spatje last van.

Elfenbos
Op dit hoogste punt van de Tanfanaberg, zoals wij deze plek liever noemen, vertelde onze gids dat het bosje waar we bijstonden een echt elfenbos is. Elfen zijn zeer verbaasd als je contact met ze legt, want het is al heel héél lang geleden dat mensen met elfen hebben gesproken.


We liepen weer verder en bij de parkeerplaats pauzeerden we in het restaurant de Tankenberg met soep, drinken en de bijzondere foto’s van Sandy van 2 jaar geleden in Glastonbury, hetgeen weer mooie verhalen aan Rudi ontlokte.
Op het veld schuin tegenover het restaurant lag een hoge takkenbos te wachten totdat het zou worden ontstoken als paasvuur…… een oud gebruik, aldus Rudi.

Spiraalheuvel, De Lutte

We reden een stukje en gingen toen verderop het bos weer in. Eerst bracht Rudi ons naar een niet meer in gebruik zijnde oude Saksische boerenhof, met verschillende gebouwen. Het is nu van Natuurmonumenten. Rudi had in verband met de Hellehond al verteld dat boeren en burgers op hun boerderijen en huizen het runenteken (met de vorm van een zandloper) op hun muren kerfden of inbrachten in het steen om het gevaar van de hellehond af te weren. Op het veld achter deze boerderij zou de hond van Helle hebben rondgeslopen…. Het runenteken op de muur van deze boerderij was er mooi ingemaakt met steen en ik ontdekte dat dit runenteken veel weg heeft van een kelk…. Aan de rechterkant van de deur was in steen een teken gemaakt dat leek op bij elkaar gebonden graanhalmen. 


Symbolen op de boerderijen
Rudi wees ons ook op de typische tekens boven op de nok van de boerderij. Zijn dat doorgaans kruizen, de oude boerderijen hier hebben geen kruis, maar een levensboom op hun nok! We liepen terug richting auto en gingen toen links het bos in, we moesten stil zijn, zei Rudi, als we bij de spiraalheuvel waren want als de eigenaar van het huis daar ons zou horen, belde hij de boswachter. De Spiraalheuvel is een kleine mini Sillbury Hill. 






Bij de VVV kent men de heuvel als de Domineesberg!? Hebben we hier te maken met een 180° omkering? Vier grote machtige bomen markeerden de top en hun machtige wortels lieten allerlei deva woninkjes zien! Rudi begon de heuvel langszij in een kring op te lopen en wij volgden. Op de heuvel stond een blauwe stoel, daar schijnt de eigenaar op te zitten en zich te verheugen neem ik aan op het feit dat hij dat helemaal alleen mag doen. Het is te hopen dat hij dan kundalini-oefeningen van Tom Kenyon doet, dan heeft het nog ergens zin voor dat wij daar niet meer mogen komen. Het heeft ook een voordeel, aldus Rudi, want net als bij het bronnetje, blijven het zo mooie, wilde, verborgen krachtplaatsen.


Ootmarsum, Wilde Wieven en rituele heuveltjes

Na deze ervaring besloten we in verband met de tijd en de afstand niet meer naar Bentheim te gaan en dus reden we naar Ootmarsum en naar Mander, daar vind je het meest zuidelijke hunebed van Nederland.

Witte Wieven
In Ootmarsum, volgens Rudi, het mooiste dorpje van heel Twente, stapten we uit bij een parkje, hier werden vroeger, aldus de legenden, witte wieven gezien die rondzweefden en ronddoolden. In het park dat er sereen bij ligt en dat met aandacht is gemaakt, staat een grote sequoia en verderop ook weer een boom met die zeer speciale wortels. 

Een paadje voert ons naar een vijvertje waar drie witte ijle wieven in eenvoudig en sprekend beeld zijn neergezet. Verderop twee heuveltjes, waarvan we mogen aannemen dat het rituele heuveltjes waren. Rudi duwde me een wichelroede in de hand, zoek de leyline! Okay, we proberen het gewoon nog een keer. Ik had weleens gelezen dat voor sommige mensen het even duurt voor het tot je komt, zo iemand ben ik ook. Er gebeurde niets. Ik liep na mijn rondje keurig te hebben afgemaakt het heuveltje op. Marga en Ferdinand waren ook druk bezig. Toen zag ik het paadje dat daar toegang gaf tot het parkje EN de vier bomen waartussen het heel goed mogelijk was dat daar een processie doorheen ging….. ik besloot dus maar vanuit mijn denkhoofd een logisch lijntje te volgen…… toen ik bij de middellijn van de heuvel kwam, sloeg mijn roede naar links…. Heel onmiskenbaar duidelijk naar links. Ik juichte. Maar toen ik het bij Rudi verifieerde, zei die dat de leyline dwars over de heuvel liep…. Dus helemaal niet door dat bomenlaantje….. maar dat ik op die plek de energie had gevoeld, dat klopte dus wel!

Ik ben nu een overtuigd wichelroede-mevrouw, dat snap je! Petra had intussen weer vele leylines opgepakt en zo is het ook, er zijn er vele! Als je er een wilt vinden, moet je dus ook heel duidelijk naar die ene leyline vragen, of je die mag vinden…. Anders struikel je over de leylines! We hebben ook geleerd dat er niet alleen leylines onder de grond lopen, eenmalig, maar dat er vele niveau s zijn. Zo is het ook mogelijk om te reizen…… Rudi kan dat veel beter uitleggen en fantastisch over vertellen…

Het parkje bleek opgeknapt te zijn door Marga en haar man, die een bureau voor Landschapsadvies hebben. Voor de afrastering gebruikten ze hout van gekapte eikenbomen en ook het hek, typisch Twents, was gerecycled. Het was interessant om de verhalen van Marga te horen. Ze vertelde daarna ook dat ze met Mieke de schapen meehoedt. Mieke is schaapsherderin. Ze heeft een eigen kudde van zo n 185 schapen en instellingen zoals bijv. Natuurmonumenten maken graag gebruik van haar diensten om bepaalde stukken land te laten begrazen. Mieke is dan ook veel buiten en struint net als Rudi de bossen af, samen met haar schaapshonden….Interessante ontmoetingen!

Buiten het parkje stroomde het water uit een kraan want ook dit parkje is een bronnengebiedje! Ik hield mijn handen onder de kraan en liet het water me smaken, beetje ijzerhoudend, zoals in Glastonbury. Lekker vind ik het.

Cirkel
We besloten een rondje te maken door Ootmarsum, letterlijk want je kan het dorpje cirkelvormig door lopen. Een echt kunstenaarsdorpje, prachtige huisjes, een grote stevige kerk op het kerkplein, alle kerken voor 1200 zijn gebouwd op een krachtplek, zei Rudi. Mooi vond ik de waterputten, ooit bronnen, nu drooggelegd natuurlijk, met hun gigantische hefbomen. Nog veel te vinden op Twentse boerderijen, aldus Marga. Hierna vertrokken we voor ons laatste object: het hunebed van Mander.

Hunebed Mander
Dit hunebed, ligt een eindje het bos in. Rudi vertelde dat er nog meer hunebedden in Twente geweest zijn, maar dat het gebeurde dat de stenen kapot werden geslagen en vervoerd naar het westen (de tegenwoordige Randstad dus) voor huizenbouw e.d. De schaapskooi verderop, wist hij, had hunebeddenstenen gebruikt als fundering! Het hunebed, waarvan de stenen niet meer bestaan, maar wat naar ik mag aannemen een groene heuvel is, was helemaal ondergesneeuwd en ook het veldje eromheen was een dik pak sneeuw. De zon scheen volop en het was heerlijk genieten, zittend op een paaltje starend over het grote witte stille veld….. terwijl Petra de leylines inventariseerde.

De hopen sneeuw waar we in wegzakten, daagden ons tenslotte wel uit tot sneeuwballen gooien, een mooi verdrijf in de Brigida-tijd…. Iets verderop lag het veldje met grafheuvels – ook weer, altijd, op leylines - en daar zijn we tot slot doorheen gelopen, wat ook weer niet mocht, officieel niet, maar met mensen als Rudi en Mieke en Marga dus wel! - en daarna maakten we een rondje, dat terugliep over wat Mieke het Kabouterpaadje noemt, een smal slingerend paadje met grillige knoestige boompjes, vol kabouterwoninkjes.

Isterberg – een andere keer
Het was een fantastische dag, we hebben ontzettend veel gelopen en gezien en gevoeld en er was een warme groepsenergie tot stand gekomen zodat we iedereen zonder uitzondering hugden bij het afscheid.
Bentheim blijft iets voor een ander keer: Rudi zou ons de Isterberg laten zien, genoemd naar Istera die hier tot ver in de middeleeuwen werd vereerd. Om die reden kapte de kerk de bomen want dan konden ze goed zien wat die heidenen uitvoerden. Vanaf de Isterberg kan je de Tanfanaberg zien. Er zijn prehistorische rotsinscripties te zien, de rotsen vormen bizarre formaties, net grote hunebedden, aldus Rudi. We moeten wel even wachten voordat we weer met hem aan de wandel mogen, want Rudi gaat op avontuur in China/Tibet en blijft mogelijk een jaar weg. Ik ga het intussen zelf eens verkennen met mijn vriendin, die daar de weg wel kent….

Verder lezen
Rudi Klijnstra, Tanfana, de Twentse Godin, Uitgeverij Annwn (2007) ~ 124 pagina’s ~ ISBN 978-90-9021556-3

Rudi weet ongelooflijk veel te vertellen over elfen, lichtbollen, ufo’s, contact maken via de leylines, graancirkels en nog veel meer. Hij heeft hierover een aantal boeken geschreven:

·        Shambala, het verborgen land waar het wiel van de tijd stilstaat. ISBN 90 63 500 912
·        Graancirkels, codes uit een andere dimensie. ISBN 90 202 811 86. Helaas niet meer in print, maar mogelijk via marktplaats nog te krijgen:
·        Andere dimensies, voorbij tijd en ruimte, vraaggesprekken, eigen ervaringen en verslagen van sessies
·        In de ban van de cirkel, graancirkels in de Lage Landen

·        Zijn “Merlijn en Tara“, een avontuur met graancirkels, lichtbollen & ufo’s  is geschreven voor kinderen vanaf  9 jaar, maar natuurlijk ook leuk voor volwassenen. Uitgeverij Maansteen (te bestellen bij www.pelgrimspad.nl)

·        Website Rudi Klijnstra: http://rudi-klijnstra.tk/

·        Ook leuk om te lezen, als je het nog te pakken kunt krijgen is De hunebedden van Nederland van Frits Bom, aldus Rudi. Deze ex-ombudsman heeft twee prachtige delen geschreven, misschien kun je het kopen op markplaats.nl

Tanfana-wandeling 
De auteur begeleidt wandeltochten op De Tankenberg nabij De Lutte (Ov), die ook kunnen worden gecombineerd met een bezoek aan andere krachtplaatsen in Twente.  Neem contact op via zijn website.

tekst: Lida van de Water

foto's: Petra Warmerdam

Bronnen:
  • excursiewebsite Rudi Klijnstra (niet meer actueel) 
  • website pelgrimspad.nl;boekje Pelgrimspad Twente en Munsterland (via pelgrimspad.nl te bestellen)
  •  Feiten en wederwaardigheden opgetekend tijdens de excursie


------------------------------------------------------------------------------------------------
  

Bergkerk Deventer

 


Geschiedenis

Deventer is een van de vijf oudste steden van Nederland. De plaats staat al in 9e-eeuwse bronnen van het bisdom Utrecht vermeld. In een oorkonde uit 877 wordt gesproken over zeven hoeven in Daventre portu (de haven bij Deventer). Vleer spreekt over de jaartallen 840/49 als vermelding van de plaats en wel als Dauentre; en in 893 als Deuentre.  De betekenis hiervan is mogelijk a. waternaam Dabantra, b. boom van Data, c. dode boom. Vanaf de 9e eeuw werd de plek waar Deventer nu ligt continu bewoond. In 952 wordt Deventer in een schenkingsoorkonde van koning Otto I als stad vermeld.

Het oude Deventer lag ten noorden van de Brink en aan de IJssel. Hier had de missionaris Lebuinus zijn kapel gesticht. In 882 zouden de Vikingen dit deel hebben geplunderd. De Bergkerk ligt buiten dit gebied.

Waarschijnlijk eind 13e eeuw sloot Deventer zich aan bij de Hanze. Deventer is bekend van de Moderne Devotie met Geert Grote als belangrijke voorman. De Moderne Devotie bestaat nog steeds.

Vondsten

Er zijn op diverse plaatsen restanten gevonden uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. Bij archeologische opgravingen in 2008 werden sporen gevonden van een huis dat daar in de vroege ijzertijd heeft gestaan. Uit eerdere opgravingen kan worden afgeleid kon dat er in de Romeinse tijd een Germaanse nederzetting heeft gestaan. Ook zijn bij opgravingen een beeldje van de Romeinse godin Victoria gevonden, evenals Romeinse munten uit de 3e en 4e eeuw.

De Bergkerk of St. Nicolaaskerk

De kerk is gebouwd op een oeroude rivierduin. Het is mooi om met de stadwandeling de Bergkerk te bereiken. Via de Rijkmanstraat kom je op het pleintje het Bergschild. Daarna is het stijgen en dan moet je de trappen op, alsof je in het buitenland bent! Boven gekomen zie je de kerk.  Ze is in de bloeitijd van de Hanzestad gesticht door Norbertijnen uit het Westfaalse Varlar (nabij Coesfeld). De kerk werd eind 12 eeuw gebouwd als een Romaanse kruisbasiliek. Het gebouw vertoont veel gelijkenis met kerken uit de Oostzeelanden.

In 1206 werd de kerk gewijd aan St. Nicolaas, de schutspatroon van kooplieden en schippers. In de 15e eeuw werd de kerk verbouwd tot een laat-gotische basiliek. De torens werden hierbij verhoogd. In de 20ste eeuw is de kerk tot tweemaal toe ingrijpend gerestaureerd. Het is het belangrijkste bouwwerk van het Bergkwartier en gezichtsbepalend.

 

        Oude huizen rond de Bergkerk

Legende

Er is een legende die beschrijft hoe tot de bouw van de Bergkerk zou zijn gekomen. Twee Deventer zussen, Martha en Beatrix, waren onder de indruk van een ridder die in Deventer was aangekomen. Zij streden beide om de gunst van deze man. Beatrix trouwde uiteindelijk met de ridder, en liet Martha alleen achter. Daarop liet Martha de kerk met de twee torens bouwen, de een iets hoger dan de ander, want de beide zusters waren ook verschillend in lengte. Dit zou het vermeende verschil in hoogte tussen de beide torens verklaren.

Ter nagedachtenis aan de liefde van mijn zuster en mij, wil ik van mijn geld een kerk doen bouwen op den berg. Twee torens zullen erop worden gebouwd, de een iets groter dan de ander, twee kinderen van één vader gelijk, en onafscheidelijk. Zoo zal eeuwig blijven de gedachte aan onze liefde en na onzen dood althans zullen er twee zusters zijn, die elkaar niet verlaten”




Muurschilderingen

In 1580 kwam de kerk in protestantse handen, de kerk werd leeggehaald en alle katholieke versieringen verdwenen; zo ook de wand- en gewelfschilderingen die onder een laag witkalk verdwenen. Deze zijn tijdens de restauratiewerkzaamheden begin 20ste eeuw blootgelegd en hersteld. De schilderingen op de oostwand van het oude Romaanse dwarsschip stammen uit de vroege 13e eeuw. In 1967 werd de kerk verkocht aan de gemeente Deventer. De 12-eeuwse kerk is een rijksmonument en tegenwoordig in gebruik als expositieruimte voor beeldende kunsten. 

Leylijn

De leylijn is te vinden op de plek waar eens het hoofdaltaar stond. Hier is de kern. Dit punt werd “de Heest” genoemd. Op deze plek stond een duizendjarige heilige eik, die in de tiende eeuw is omgehakt. Ook was dit voor de kerstening een versterkte plaats van de toenmalige Sallanders. Volgens de pendel van Van den Dool is hier na het omhakken van de boom een bidplaats gecreëerd.

Volgens Sietse van der Tuin is er sprake van een leycventrum in de Bergkerk; deze maakt deel uit van een lijn die via de Ridderzaal in Den Haag naar het leycentrum aan de voet van de Tor in Glastonbury gaat.

Een tweede leyccntrum is zuidoostelijk van het Deventer station gelegen, in de zogenaamde ‘Voorstad’. Het ligt bij een speeltuin de Tuinstraat en de Kolkweg.

Ervaring

Ik kon niet in de kerk vanwege een expositie daar. We zijn om de kerk heengelopen en aan de achterzijde heb ik met de wichelroede geprobeerd een leylijn te voelen. Ik heb de leylijn niet kunnen traceren. Wel viel me op dat er twee bijzondere bomen stonden, mogelijk op de tweede leylijn van het leycentrum.



Vleer zegt over deze energie: “Het leycentrum is rechtsdraaiend, positief en wekt een sociaal gevoel op. Er is ook sprake van een wijde blik. Het is alsof deze plaats tot in de verre omgeving domineert”.

© Lida van de Water

 

De Bergkerk bezoeken

  • Bergkerk of St. Nicolaaskerk, Bergkerkplein 1, 7411 EN, Deventer
  • De kerk is vrij toegankelijk van dinsdag t/m zaterdag van 11-17 uur en op zondag van 13-17 uur. Bezienswaardigheden zijn het fraaie interieur van de kerk, zeer bijzondere 13e eeuwse schilderingen en een imposant kerkorgel.
  • Op het moment dat er een expositie is, geldt er een toegangsprijs voor de expositie; de kerk is dan niet vrij toegankelijk.

Check zelf altijd de meeste actuele informatie

 

Bronnen

Hanze Stadswandeling, Bergkwartier en Brink, Hanzesteden Marketing & VVV-Deventer, 2015

Wigbolt Vleer en Dick van den Dool, Leylijnen en leycentra in de Lage Landen. 200 heilige plaatsen in Nederland en Omgeving, 1992

Wikipedia

Het citaat van Martha is uit: Cohen, Nederlandsche Sagen en Legenden, Teddington: The Echo Library (2007), via Wikipedia

 

 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Gelderland, Ermelosche heide

Rond Samhain zijn we naar de Ermelosche Heide gegaan. Daar hebben we rond enkele grafheuvels gedrumd en gezongen. Het was een mooie dag, de zon scheen volop -een vreemde gewaarwording voor een Samhainviering!





Er waren dan ook veel mensen op de been, maar waarschijnlijk niet meer dan anders. Het is een wandelgebied, met schaapskooi. Daar kan je lekker wat drinken en een gezonde koek kopen. Ook kan je er in de namiddag de schapen terug zien komen! Er graasden altijd al schapen op deze heide maar door de komst van de kunstmest verdween dit gebruik. De mest van de schapen werd gebruikt om de schrale akkers in de omgeving te bemesten maar dat was toen niet meer nodig. De schapen zijn dus een tijd weggeweest maar omdat ze ghoed zijn voor het behoud van de heide en de natuurwaarden is er al weer jaren een schaapskudde. De schaapskooi is weer in gebruik!



Overigens is de Ermelosche heide slechts één van de vele gebieden in de Lage Landen waar grafheuvels gevonden zijn: elders in Gelderland, in Utrecht, in Brabant. Na wat onderzoek blijkt dat er op nog veel meer plaatsen grafheuvels te vinden zijn (geweest).

Grafheuvels
De vroegste grafheuvels in ons land dateren van rond 3000 voor de christelijke jaartelling (vcj), bekend als het Laat Neoliticum/de Late Steentijd; een andere benaming voor deze periode is Enkelgrafcultuur). Men bouwt deze grafmonumenten dicht bij de nederzettingen. Archeologen spreken van inhumatiegraven, soms een kuil, maar soms ook op het toenmalige maaiveld. De dode werk vaak met opgetrokken knieën op de zij geplaatst. Daarna bracht men over een graf een heuvel van aarde of plaggen aan. Soms liet men bijgiften achter in de grafkuil: aardewerk (standvoetbekers) of andere objecten.

In Nederland zijn ongeveer 1700 grafheuvels bekend. Deze zijn voornamelijk te vinden in Drenthe, Gelderland, Noord-Brabant, Utrecht en Limburg. Maar ook in Friesland, Groningen, Noord-Holland en Zeeland zijn grafheuvels te vinden. Op de Veluwe en i Drenthe zijn nog veel grafheuvels uit de bronstijd te vinden.
Er waren er veel meer, maar een aantal is verdwenen door afgraving, vernieling, bebossing, erosie enz. Daarnaast worden ook weer nieuwe grafheuvels ontdekt.

De oudste grafheuvels in Nederland zijn ongeveer 5000 jaar geleden aangelegd bij Apeldoorn. De grootste grafheuvel van Noordwest-Europa ligt in Arnhem, de Meelworstenberg op het landgoed Warnsborn. De Meelworstenberg is één van de grafheuvels uit de steentijd.


Grafvondsten: gendergevoelig?
Het maakt nogal verschil of er bijlen of potten worden gevonden maar dit onderscheid wordt meestal niet verder geduid onder archeologen. Sietse van der Tuin heeft daar wel een hypothese over: volgens hem hebben we als het om hunebedden gaat, te maken met twee soorten: er zijn hunebedden met een oost-LC (leycentrum) en anderen met een west-LC. Bij het hunebed D53 bij Havelte (Drenthe) werden voornamelijk mannelijke attributen gevonden. Bij D21 bij Bronneger uitsluitend potten. Beide hunebedden hebben 
verschillen in LC, namelijk oost en west respectievelijk.

Bronnen
Maarten van Dijk & Wilma van den Heuvel, Monumenten voor de eeuwigheid. Grafheuvels en andere prehistorische grafmomumenten in Amersfoort en omgeving. Opgehaald van Internet, december 2015.
Sietse van der Tuin, Fysica van de heiligheid,  2009, Uitg. Free Musketeers
http://www.expo-oer.nl, Grafheuvels Nederland

© Lida van de Water

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
 

Amersfoort

Amersfoort, op zoek naar leylijnen

Op een oktoberdag, niet al te warm, troffen wij elkaar in Amersfoort. Het idee was om samen met priestereszusjes de tentoonstelling over Maria te bezoeken en daarnaast op zoek te gaan naar leylijnen/mooie plekken: de Toren en de Joriskerk.

We zijn bij de Onze Lieve Vrouwe Toren geweest, die verder dicht was en waar we wat verloren om heen hebben gelopen.  We hebben onze handen op de muur gelegd en de Vrouwe aangeroepen: kom terug : ). De tentoonstelling was heel mooi en we zijn lang in het museum gebleven.  Er waren mooie Maria’s te zien en we hebben dwars door alle afbeeldingen heen steeds weer opnieuw de Godin gezien en dat staken we niet onder stoelen of banken. Bij de Maria met de mantel van spijkerstof hebben we ieder op een briefje Maria als Godin gereclaimd en dat in haar zakken gestoken. Het schijnt dat de briefjes aan Maria elke week naar ‘de kerk’ worden gebracht…….

 
Het Wapen van Amersfoort, Maria in een mooie zegenende houding…….in een mandorla oftewel vesica, de yoni : ). Ze staat op de Aarde en op de slang……. zien we daar bloed? We reclaimen de Vrouwe als de Godin en Haar slang als Haar totemdier!

Een prachtig geweven wandtapijt, het doet Japans aan. Maria is hier in al Haar glorie als de Soevereiniteit, Haar kroon, Haar scepter! Haar prachtige lange haar, waar zie je dat op Maria-afbeeldingen?!  Haar kind draagt een olijftak, wat verwijst naar de Godin als de Levensboom.

Flehite, het museum, is gevestigd in een van de Muurhuizen. Daarna zijn we verder langs de Muurhuizen naar het Hof gelopen. Al eerder bij het OLV Kerkhof bij de Toren hadden we gemerkt wat een lieflijk centrum Amersfoort heeft, het ligt tussen een ringwal van water en heeft talloze echt heel oude huisjes, zó middeleeuws doet het aan.

 

Dit laat niets te wensen over: Maria voedt haar kind! En zo hoort het ook ; )

Maria als de Troon, “Koningin der hemelen” – let wel: hemelen, niet Koningin van de Hemel. In deze hoedanigheid is Zij ”Zetel der Wijsheid”. Maria als Sophia.

Op het Hof, een leuk plein, staat de St. Joriskerk, waar ook een leylijn schijnt te zijn. De kerk wordt gerestaureerd en was (dus) gesloten. De kerk is sinds de Reformatie in protestantse handen, het Mariabeeldje wat daar heeft gestaan, staat inmiddels in de Gregoriuskerk, de oud-katholieke kerk.

Let eens op al die namen! Ik ken (vroeger, in mijn jeugd) de Onze Lieve Vrouwe Toren als de St. Jans toren. St. Jan verwijst naar Johannes de Doper en volgens Lynn Picknett&Clive Prince hebben Johannes de Doper en Maria Magdalena een connectie (“Het geheime boek der Grootmeesters”); anderen hebben  opgemerkt dat veel Maria(beelden) of waar sprake is van Maria, eigenlijk Maria Magdalena schuilgaat!

St. Joris: dat is die bulldozer die net als Michael de aartsengel, wordt geroemd om het doden van de draak. En wat is de draak? Dat is de vrouwelijke oerkracht, de oerwateren, het baarmoederbloed. Ontheilig de heilige plekken van de Moeder en zet er een krachtpatser op: zo verdwijnt een heilige plek voor de Moeder in een grote kerk met een mannelijke heiligennaam.

Goed dat de Toren dus nu weer (of ik heb het gemist) Onze Lieve Vrouwe Toren heet!

Kimalou zag meteen dat de Joriskerk op één lijn ligt met de OLV Toren én we ontdekten de bron in het midden van het plein. Jammer alleen dat het water er niet erg lekker uit zag. Doe daar de druilerige regen bij en we waren toe aan een lekkere kop koffie of thee. Dat wilden we heel toepasselijk gaan drinken in ’t Nonnetje maar die was nog dicht. Toen hebben we Onder de Linden gezeten, ook helemaal leuk.

We hebben gezellig bijgekletst en het was een leuke zondag. Een volgende x denk ik dat we zo’n ‘stedentripje’ toch op een zaterdag moeten doen. Hoewel……. dan verdwijnen er vast priesteressen de winkels in……………

© Lida, 2011

 

..

Maria met de spijkerstofmantel met zakken vol met wensen en gebeden voor Haar. Wij hebben haar genoemd in onze briefjes als Godin en Haar gevraagd terug te keren…

---------------------------------------------------------------------------------------------------------

OP BEZOEK BIJ DE MATRONES – EIFEL, DUITSLAND


 

 
Het  was nog even spannend: zouden we dit keer de Görresberg wel opgaan, om de overblijfselen van de Matronentempel boven op de berg te zien en Gudruns verhaal te horen? Het was de dagen ervoor, ook in Nederland, ronduit stormachtig weer geweest met zware regenbuien, hagel zelfs soms en flink veel onweer. Juliane, onze reisleider, had ons de avond tevoren gewaarschuwd: we zouden dit onderdeel wel eens moeten skippen.
 



Die ochtend stonden we op de Görresberg, met slechts een klein stukje naar boven lopen vanaf het punt waar we met Gudrun Nositschka, de wijze vrouw die al jaren als gids de herinnering aan dit verleden levend houdt, de auto’s hadden kunnen parkeren. De zon scheen, de wind hield zich netjes. Ik vond het heerlijk om deze plek weer opnieuw te aanschouwen, voelen ook nu, omdat ik er nu voor de tweede keer was. Weer vertelde Gudrun uitgebreid over de geschiedenis, de vondst, de symbolen en de rijke geschiedenis van de leefwereld achter die symbolen. Maan, zon en aarde. Menstruatie, vruchtbaarheid. Matronen: geefsters van leven, schenksters van groei, zorgzamen. En weer offerde ik gaven: kruiden en vogelzaad; en bond ik een lintje in het boompje voor een van de muurtjes.

We waren dit jaar met het pinksterweekend, in een iets andere groepssamenstelling dan vorig jaar zomer. Toen hebben we ook de rondleiding van Gudrun Nositschka gedaan: bezoeken van 2 Matronentempels, het kerkje bij Weyer en de grot van Holle (Kakusgrot). 

Deze rondleiding is uitgebreid beschreven door Annine van der Meer in haar boek: De drie dames. Zij geeft daarin ook vooraf en na de beschrijving van de rondleiding gedegen uitleg over de achtergronden en de symbolen. Dit boek is een aanrader om van tevoren én nadien te lezen. Er staat zo ontzettend veel informatie in! Informatie ook van Gudrun, deze wijze oude vrouw die onvermoeibaar haar kennis over de cultuur waarin de Matrones werden vereerd, vertelt aan groepen geïnteresseerden. 

Matrones: we weten nog van ze doordat de Romeinen tempels voor Haar bouwden. Die van de Görresberg werd opgegraven en zodoende vond men de wijstenen. Maar deze traditie stoelt op de daarvóór bestaande natuurreligie van de Drievoudige Godin, de religie van de Eburonen en Ubiërs, Kelto-Germaanse stammen.

Hierover hoor je ongeveer niets meer. (Het staat zowaar heel kort aangestipt op het voorlichtingsbord naast de tempel van Pesch).  De geschiedenis begint bij de Romeinen, met een voetnoot over ‘Germaanse stammen’ en ‘cultus’.  Er is geen enkele interesse om de leefwereld van onze voorouders vóór de komst van de Romeinen, een bezettingsmacht zoals Gudrun terecht opmerkt, te begrijpen en voluit aandacht aan te besteden.
We eindigden onze dag bij de bron, beneden de tempel van Pesch. Hier offerden we wat water uit Lourdes, om te vermengen met de geest van het water hier, waar ooit de drie (!) riviertjes samenkwamen; het schijnt dat de riviertjes steeds minder water hebben en ook deze put staat feitelijk droog. We hebben het water uitgeschonken onder het zeggen van gebeden en wensen. Dat was mooi en fijn om te doen.


We overnachten nog een nacht in Bonn en gaan ’s avonds op zoek naar de Matronestein in de Heerstrasse. Juliane heeft ons hierover verteld. En ook dat de mensen geen idee hebben van een matronensteen. Het is ook niet de oorspronkelijke steen natuurlijk – net als bij de twee tempels, dat zijn ook kopieën -maar hier wordt ze ook gebruikt als versiering bij een verkeersmaatregel om de straat autoluw te maken, net als de zuilen verderop in de straat.
op zoek naar de Matronensteen (opvallend zijn de bomen getooid met lintjes – 1 meiviering?)
Wij konden de steen eerst niet vinden en vroegen bij de eerste zuil die we tegenkwamen aan voorbijgangers naar de Matronensteen. Dat wisten ze echt niet, nog nooit van gehoord.

Hetzelfde gebeurde de dag erna in het Landesmuseum van Bonn. Ik vroeg naar de Matronesteine – we hadden niet zoveel tijd. Daar moest de man achter de balie, een hele vriendelijke man, erg over nadenken. Was het nou op de 1e of de 2e verdieping? Toch de 1e? Nou, we zouden het vanzelf wel zien.
Er staan een 5-tal Matronesteine opgesteld in dit museum. De rest ligt in depots. Er zijn in dit gebied meer dan 800 grote wijstenen gevonden! Op deze wijstenen staan de drie dames afgebeeld. Ze zijn teruggevonden op de linkerrijnoever binnen de driehoek Keulen, Bonn en Trier – en zijn uit de periode 164 en 252 na de christelijke jaartelling. De stenen worden niet verder onderzocht, gecatalogiseerd. Wat een gemiste kans! De pre-Romeinse tijd geldt niet als belangrijk genoeg, alle aandacht gaat uit naar de Romeinen.  Gelukkig zijn er gidsen als Gudrun Nositschka en een boek van Annine van der Meer zodat we wél kunnen horen en lezen over de rijke cultuur van onze voorouders.

Bronnen
Annine van der Meer, de Drie Dames uit Duitsland, de Matrones en Nehalennia, Moedergodinnen uit de vaderlandse geschiedenis

Praktisch
Wil je ook mee naar dit prachtige gebied vol historie, cultuur én ook hele mooie natuur? Reizen: Juliane Schonau, Mistralmareizen. Contact: matronenreis@mistralma.nl. Ze heeft ook een Facebookpagina: https://www.facebook.com/juliane.schonau

Meer weten over Gudrun Nositschka? Samen met Sophie Lange en Heide Göttner-Abendroth zorgt zij voor de herstory van het Duitse moederland : )

https://www.bzw-weiterdenken.de/personen/gudrun-nositschka/

© Lida van de Water, juni 2019









Geen opmerkingen:

Een reactie posten