Pagina's

zaterdag 22 juli 2023

KRACHTPLAATSEN IN DE LAGE LANDEN - WEST


KRACHTPLAATSEN OEGSTGEEST

Oegstgeest kent een aantal interessante plaatsen. Het Groene Kerkje had al heel lang mijn interesse en deze plek was mijn ingang. Achtereenvolgens behandel ik eerst de geschiedenis van Oegstgeest; en de vondst van de Osgerschaal. Daarna De Oude Hof, Abspoel, Oud-Poelgeest en Endegeest. De belangwekkendste gebieden, voor zover ik weet. Maar eerst kijken we dus naar het ontstaan van dit dorp.

1 De Geschiedenis van Oegstgeest; de schaal van Osger; het wapen van Oegstgeest

2 Het Groene Kerkje

3 De Oude Hof

4 Abtspoel

5 Oud-Poelgeest 

6 Endegeest

 

Geschiedenis van Oegstgeest

Voor de geschiedenis van Oegstgeest heb ik de Canon van Oegstgeest geraadpleegd. De onderstaande informatie komt expliciet uit deze canon.

De oudste tijden; het landschap tot in de middeleeuwen; ca 5000 v.Chr.-ca 1000.

Wie uit de Terweeweg in Oegstgeest komt, ziet het Land van Bremmer aan de overkant (Leidsestraatweg). Rechts het bos, op de zandgrond, links de wei, op de veengrond. Daar ligt een van de laatste resten van wat tot in het begin van de 19e eeuw overal in Oegstgeest te zien was. De grens van geest en veen. (Bron: Canon van Oegstgeest)

Het Land van Bremmer. Zoals het nu is, is het eigenlijk altijd ongeveer geweest. Vooraan water (met kroos) en veen met klei, achteraan de zandgrond van de geest met bebossing. De hele omgeving zag er zo uit. Bron: Canon van Oegstgeest



Zo’n 7000 jaar geleden, kort na de laatste ijstijd, lag Oegstgeest bij wijze van spreken nog in zee. De kustlijn lag toen ter hoogte van waar nu kasteel Oud-Poelgeest ligt.
Omstreeks die tijd kwamen er enorme hoeveelheden zand en dergelijke via de Rijn in zee terecht, afkomstig van de gletsjers in de Alpen. De zee legde dat zand voor de kust. Steeds opnieuw ontstond er eerst een zandbank, daarna strand en daarna, door opstuiving met duinen, een strandwal. Zo schoof de kust almaar verder richting zee. De eerdere stranden kwamen met hun duinen in het land te liggen als de strandwallen die wij nu nog kennen.

De strandwal van Poelgeest lag er als eerste. Daar lag immers ooit de kust. Op het kaartje hiernaast is dat goed te zien, ook dat de strandwallen steeds door de Rijn werden onderbroken. De kust breidde zich op deze manier in hoog tempo verder richting zee uit. De strandwallen van Voorhout lagen er omstreeks 4000 v.Chr., zodat de structuur van het achterliggende gebied van Oegstgeest toen ‘af’ was. Toen lagen de twee strandwallen van dit dorp voltooid in het land. Zij waren destijds veel zichtbaarder dan nu, voorzien van duinen die pas in moderne tijden zijn afgegraven. Vergelijk ze met de Waddeneilanden, die in feite ook oude strandwallen zijn maar in zee liggen in plaats van, zoals bij ons, in het land.

De strandwallen (bruin) met de jonge duinen (geel), de Rijn (donkerblauw) en de Noordzee (lichtblauw). De stip van Oegstgeest ligt bij de splitsing Rhijngeesterstraatweg - Wijttenbachweg; die van Poelgeest ligt bij kasteel Oud-Poelgeest. Bron Canon van Oegstgeest.

Oegstgeest ligt in een van de vroegst bewoonde delen van het kustgebied. De vroegste sporen van bewoning zijn in 1946 aangetroffen in een uitloper van een strandwal in de Elsgeesterpolder, waar in de tweede eeuw na Christus een Bataafse nederzetting gevestigd was. In het zuidelijke deel van Nieuw-Rhijngeest zijn bij opgravingen in 2004/05 de sporen van een vermoedelijk grote nederzetting uit de 6e en 7e eeuw gevonden.
Op de toenmalige oeverwal van de Rijn zijn sporen ontdekt van een viertal boerderijen met een oppervlakte van ongeveer 6 × 20 meter. Zij waren oost-west georiënteerd en stonden dus dwars op de oeverwal. In 2010 vonden archeologiestudenten van de Uni van Leiden de resten van een brug die de beide Rijnsoevers tussen 500 en 700 van onze jaartelling met elkaar hebben moeten verbinden.

Op het kaartje, van de canon, staat de stip van Oegstgeest op de strandwal ter hoogte van de splitsing Rhijngeesterstraatweg-Wijttenbachweg. Hier deelt de wal zich in tweeën. De linker, westelijke poot loopt naar het zuiden door tot Endegeest, de rechter tot het eind van de Terweeweg, bij de Beukenhof. Oostelijk hiervan ligt de strandwal van Warmond en het oude Poelgeest, waarover de Warmonderweg loopt en de Nachtegaallaan. Deze wal loopt door tot iets over de Wassenaarseweg.

Strandwallen worden ook wel ‘geesten’ genoemd. In het begin had de zee tussen de geesten vrij spel. Daar ontstond een soort waddengebied dat af en toe droog kwam te staan. Hierdoor werd er begroeiing mogelijk, waaruit later veen ontstond. Ook de Rijn overspoelde het lage land, waarbij tevens water uit zee meekwam. Zand en klei zette zich op het veen af. Vlak langs de Rijn en haar zijrivieren was de neerslag van zand en dergelijke het grootst. Hierdoor ontstonden er verhogingen langs de rivierbeddingen, die oeverwallen werden genoemd. Dit proces herhaalde zich diverse keren, zodat de veengebieden bestaan uit lagen van afwisselend veen en zeeklei, deze laatste vermengd met zand en slib uit de Rijn.

Tegen 1600 voor onze jaartelling was de kust gesloten. Zeewater kwam alleen nog binnen via de monding van de Rijn in de daarop afwaterende kleinere waterlopen, zoals de Mare en de Vliet. Zo was de situatie nog bij het begin van de jaartelling toen de Romeinen in deze buurt kwamen. De strandwallen en de rivieroevers kregen geleidelijk aan bewoners. Dat waren er in het gebied van Oegstgeest niet meer dan enige tientallen, soms enige honderden. In de loop der eeuwen tot ongeveer het jaar 1000 ging dat aantal op en neer, mede als gevolg van wisselende klimaatomstandigheden. Weliswaar was in de kuststrook het water brak, maar door voldoende regenval was dat geen probleem.
Tussen de strandwallen in lagen onbewoonbare moerassige veengebieden. Geleidelijk begon men die voorzichtig bruikbaar te maken, nog niet om er te wonen maar wel om als landbouwgebied te gebruiken. De gebieden die het dichtst bij de strandwal of de oeverwal lagen, werden in gebruik genomen als weiland, en wat verder weg liggende gebieden, waar de koeien niet meer droog konden staan, als hooiland.

Rond het jaar 1000 viel Holland onder de Duitse koningen en keizers. Die konden onmogelijk persoonlijk hun hele gebied besturen, zodat zij regionaal functionarissen aanstelden met de titel ‘graaf.’ Het graafschap werd vervolgens verdeeld in ‘ambachten”. Een ambacht met een ambachtsheer, zoals Oegstgeest er een was, heette ook wel ‘ambachtsheerlijkheid’ of kortweg ‘heerlijkheid.’ Al vrij snel werden de functies van graaf en heer erfelijk.
In onze regio sloot men voor de verdeling in ambachten aan bij de natuurlijke verdeling in geesten of strandwallen. Zo werd het gebied ten noorden van de Rijn als volgt in ambachten verdeeld. Op de eerste, meest oostelijke strandwal lagen de ambachten Poelgeest en Warmond, op de tweede Oegstgeest en Sassenheim, op de volgende strandwallen ontstond Voorhout, en op de daarop- volgende Noordwijk.

Oegstgeest en Poelgeest waren aanvankelijk afzonderlijke ambachten, al genoemd in de tiende eeuw. In 1399 werden ze samengevoegd. Poelgeest besloeg mede de huidige Leidse Merenwijk ten noorden van de Slaaghsloot, en ook nog een stukje van Leiderdorp aan de overkant van de Zijl.

Oegstgeest was vanaf de dertiende eeuw een ‘ambachtsheerlijkheid’: het domein van de heren van Oegstgeest, later van die van Wassenaer. Die bestuurden het dorp en spraken er recht en in ruil daarvoor kregen ze een deel van de landbouwopbrengst.  Leiden overvleugelde Oegstgeest echter in de 14e eeuw en veel mensen trokken er weg. Het werd dus samengevoegd met Poelgeest. Vanaf 1615 werd het dorp bestuurd vanuit Leiden. Dat betekende dat de burgemeesters van Leiden óók de heren van Oegstgeest waren. Zij waren er bij gebaat Oegstgeest klein te houden. En terwijl Oegstgeest ontvolkt, blijkt ook uit het handvest van graaf Albrecht van 1399, groeit Rijnsburg uit tot een zeer groot dorp, voor middeleeuwse maatstaf.

Dus van de elfde tot de veertiende eeuw kende Oegstgeest een periode van vooruitgang die werd onderbroken toen Leiden als stad opkwam. De kastelen Oud-Poelgeest en Endegeest dateren uit deze tijd. Het coulissenkasteel Abspoel (in 1863 afgebroken) komt waarschijnlijk uit een latere periode. 

De naam Oegstgeest
Het mag intussen duidelijk zijn waar het ‘geest’ in Oegstgeest vandaan komt.
Voor het eerste deel van de naam moeten we terug naar de oudste vermelding van Oegstgeest, Osgeresgeist. Deze is te vinden in het goederenregister van de Sint Maartenskerk te Utrecht, een lijst van bezittingen in de 8e tot 10e eeuw. Hierin is genoteerd dat ergens in de eerste helft van de 9e eeuw de kerk twee hoeven in bezit had ‘in Osgeresgeist.’

 Deze aantekening kreeg een plaats tussen soortgelijke notities over Warmond en Poelgeest, zodat niet hoeft te worden betwijfeld dat Osgeresgeist de oude naam is van Oegstgeest. Die naam betekent: Osger z’n geest. De strandwal van Osger dus, zodat Osger een 9e -eeuwse (of nog oudere) landeigenaar zal zijn geweest, of althans iemand die er de touwtjes in handen had.

 Hoe de ontwikkeling van ‘Osgeres’ naar ‘Oegst’ precies is verlopen, is nooit helemaal duidelijk geworden. Als eindresultaat is eigenlijk alleen maar ‘Oestgeest’ logisch, zonder de eerste g dus. De extra letter g is uiteindelijk (eerder kwam die ook al vaak voor) te wijten aan een in 1803 door het gemeentebestuur van Oegstgeest genomen besluit: ‘Na gehouden deliberatie word beslooten om voordaan te schrijven Oegstgeest en Poelgeest zooals voor de Revolutie van 1795 heeft plaats gehad en niet Oestgeest en Poelgeest, zooals na deselve Revolutie van 1795 is geschied.’


Eerste vermelding van Osgeresgeist (Oegstgeest), tussen Warmelde (Warmond) en Polgest (Poelgeest), in een afschrift uit de 12e eeuw van een 10e eeuws document dat is gebaseerd op gegevens uit het begin van de 9e eeuw.   (bron: Oud Oegstgeest, website)

Een belangrijke vondst: de schaal van Osger

Dit wordt behandeld in een volgende tekst.

Het wapen van Oegstgeest

logo van de gemeente Oegstgeest op de informatiebordjes van de Historische Vereniging

Het wapen wordt omschreven als ‘In goud een ankerkruis van keel. Het schild gedekt met een vijfbladerige kroon.’ Het kruis werd in 1904 gewijzigd in een ankerkruis. Wapen en vlag van Oegstgeest zijn gelijk.

Het wapen is het wapen van het geslacht Heerman, heren van Oegstgeest. De naam bleef niet hangen, zij werden bekend als ‘van Oegstgeest. Zij bestuurden de voormalige ambachtsheerlijkheid. Het wapen wordt voor deze familie al genoemd in het wapenboek Gelre, van rond 1414. De gemeente voerde voor 1904 het wapen al met een kroon. Waarom het kruis in 1904 ankerkruis werd, zou komen, omdat het oorspronkelijk kruis volgens de Minister van Justitie zo ongewoon was in de heraldiek dat het een verbastering zou zijn. Men mocht aannemen dat dit kruis een ankerkruis behoorde te zijn. En zo geschiedde. “(..) een ankerkruis van keel, het schild gedekt door eene vijfbladigerige kroon (…)” (HVO, periodiek, 7)

Het ankerkruis doet denken aan het kruis dat de Tempeliers voerden; dat heeft weer overeenkomsten met het occitaans kruis (8 tegen 12 punten, maar soms is er geen verschil). Het land van Maria Magdalena. De Katharen.

 Tempeliers: Wikipedia  

heraldry-wiki/Zegel van Dirc van Oegstgheest aan een charter van 13-09-1398

 

© Lida van de Water

Bronnen

https://www.heraldry-wiki.com/heraldrywiki/index.php?title=Oegstgeest

http://johnooms.nl/dorpen-en-steden/oegstgeest/

HVO, Historische periodiek, 18e jaargang nr 2, oktober 2006

De Canon van Oegstgeest

Historische Vereniging Oegstgeest

Wikipedia

https://www.oudoegstgeest.nl/2009/03/09/hisvo-nieuwsbrief-46/

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten