zaterdag 5 augustus 2023

KRACHTPLAATSEN IN DE LAGE LANDEN - WEST

KATWIJK/RIJNSBURG

 

Huldtoneel Katwijk, Rijnsburg - grafveld

 


Zoeken naar het Huldtoneel

In teksten over het Huldtoneel in Heemskerk wordt ook altijd het Huldtoneel in Katwijk genoemd. Het is echter moeilijk om daar iets over te vinden. Pas toen ik ging zoeken op de term ‘grafheuvel Katwijk’, kwam ik verder. De plek waar het Huldtoneel was, bevindt zich in Rijnsburg, een dorp dat behoort tot de gemeente Katwijk. In een artikel in het Tijdschrift Holland van 2002 wordt beschreven dat de graven van Holland vanouds bij het aanvaarden van hun regering in steden werden ingehuldigd, maar ook op het platteland. Daarbij werd gezocht naar twee plaatsen die beide centraal gelegen waren ten opzichte van de omringende dorpen en dat waren de Schepelenberg bij Heemskerk (Kennemerland) en bij Katwijk (Rijnland).

Een Merovingisch grafveld

In haar artikel ‘Adel in Holland’ geeft Johanne Maria van Winter aan dat “Opgravingen hebben uitgewezen dat beide plekken op een ouder grafveld gelegen waren, dat zelf weer op een natuurlijke of kunstmatige hoogte was aangelegd. Het grafveld bij Katwijk was in de Merovingische tijd in gebruik, van circa 575 tot 750 na onze jaartelling, en kenmerkte zich door graven met bijgaven in de vorm van zwaarden, drinkglazen en andere gebruiksvoorwerpen. Dat wijst op een nog niet gekerstende bevolking, waarin men misschien Friezen kan zien die zich verzetten tegen de Frankische overheersing. Ze denkt niet dat het hier gaat om graven van homines franci, een groep van met het Frankische koningshuis verbonden boeren-militairen. Maar er is volop discussie over deze zwaardgraven en huldtonelen, aldus van Winter.

Een beschermd gebied binnen een woonwijk

Om meer te weten te komen heb ik verder gezocht op ‘grafveld Katwijk’. Dan blijkt dat het gebied is aangemerkt als woonwijk, waar de eerste huizen anno 2016 inmiddels zijn gebouwd: villa’s aan de rand van het gebied. De wijk krijgt de naam De Horn, ‘een aantrekkelijk woongebied in en aan het water’.De huidige Vliet wordt verlengd en slingert door de wijk heen. In 2017 vangt de grote bebouwing van het gebied aan. Binnen het plangebied, aldus de voorlichting over de nieuw te bouwen woonwijk, ligt een Merovingisch grafveld. Het grafveld dateert uit ongeveer 560-725 na Christus. Het is een beschermd grafveld en is zeldzaam binnen Europa. Omdat er niet op gebouwd mag worden, wordt het als park ingericht.

Geen grafheuvel maar een grafveld

Het is dus inmiddels duidelijk dat we hier, in tegenstelling tot Heemskerk, niet te maken hebben met een verhoogde grafheuvel, maar met een grafveld. In Heemskerk loop je nog daadwerkelijk deze heuvel op, in Rijnsburg is niets zichtbaars meer te vinden. Toch vind ik in een studie van Dijkstra (een promotie-onderzoek uit 2011) de volgende aantekening: “Op basis van de huidige kennis was binnen het grafveld sprake van minstens drie clusters: één aan de zuidwestzijde (opgraving 1924), de oostzijde (opgraving 1913) en de noordzijde (proefsleuf 1998). Deze clusters vertegenwoordigen wellicht verschillende groepen van verwanten of huishoudens. De lege ruimte rondom enkele inhumatiegraven suggereert dat over deze graven een grafheuvel opgeworpen kan zijn geweest.” Ook de Winter spreekt, zoals hierboven al aangehaald, van een verhoging.

Het grafveld werd in 1913 ontdekt bij het dieper omspitten van een perceel tuinbouwgrond.

Voor de grondeigenaar was dit voldoende aanleiding om het terrein verder op vondsten te laten uitspitten. Deze vondsten werden verkocht aan het RMO, dat tevens de gelegenheid kreeg een kleine opgraving uit te voeren. In 1924 vond een tweede opgraving plaats. In de jaren daarna werden nog enkele potten door het museum aangekocht. Pas in 1986 kwam het tot een eerste overzicht van de vondsten in een doctoraalscriptie.

Plannen voor woningbouw door de gemeente Rijnsburg leidde in 1998, 2002 en 2005/2006 tot nieuw onderzoek in de vorm van boringen en proefsleuven, dat gericht was op het bepalen van de kwaliteit van de resterende sporen en de afbakening van de grenzen van het grafveld. Naar aanleiding hiervan is de omvang van het rijksmonument aangepast en werd besloten het grafveld in te passen in de bouwplannen.

Een strandwal bij de Vliet

Het grafveld, aldus deze studie van Dijkstra uit 2011, is gelegen binnen een oude meander van de Vliet, een voormalige getijdegeul die zijn oorsprong vond in het veengebied verder naar het noordoosten en uitmondde in de Oude Rijn. Ter plaatse van de meander bevindt zich in de ondergrond een strandwal. Gedurende de Romeinse tijd werd hier op uitgebreide schaal geakkerd. Door een combinatie van geleidelijke zeespiegelstijging en het dichtslibben van de geul verslechterde de afwatering van het gebied. Hierdoor kreeg het gebied te maken met periodiek hoge waterstanden en raakte het na de Romeinse periode overslibd met kwelderafzettingen. Ten tijde van de ingebruikname van het grafveld was dus sprake van een boomloos kwelderlandschap dat af en toe werd overstroomd. Om daarvan zo weinig mogelijk last te hebben koos men voor de graven het hoogste terrein binnen de meander uit.

Grafvondsten

In dit grafveld zijn er, aldus Dijkstra in zijn studie van 2011, met zekerheid 73 graven, maar misschien dus wel meer, geweest. De beroemde gesp die te zien is in het Rijksmuseum van Oudheden is gevonden in een graf hier in Rijnsburg. De datering is 630-640 (christelijke jaartelling) en de uit verschillende edele metalen bestaande gesp was meegegeven aan de dode. De gesp is vanuit angelsaksisch Engeland per schip naar Rijnsburg vervoerd. Ook is er aardewerk gevonden. Dijkstra vermeldt echter nog andere vondsten die een blik werpen op de begraven vrouwen en de spirituele visie van deze voorouders: in de graven werden “één, hooguit twee voorwerpen behorende tot de kleding of persoonlijke verzorging meegegeven: een fibula (mantelspeld), benen kam of pincet. Vermeldingswaardig zijn de vondst van een bikkel, een mogelijk ivoren ring van een heuptas, een ijzeren knijpschaar en een amulethanger in de vorm van een kleine benen Hercules- of Donarknots. Onder de weinige fibula’s bevindt zich een zilveren schijffibula met almandijn en groen en blauw email in cloisonné,dateerbaar in de tweede helft van de 6e eeuw (nr. 215).713 De grootste groep bijgaven bestaat uit kralenkettingen, die doorgaans gekoppeld worden aan vrouwengraven. Er zijn dertien kettingen gevonden, waarvan twee binnen één inhumatiegraf. Van de kralensnoeren waarvan de vondstcontext bekend is, komt driekwart uit inhumatiegraven waarin nog twee tot vier andere bijgiften zijn aangetroffen. Kralen lijken daarmee vooral geassocieerd te kunnen worden met graven van ‘rijke’ vrouwen die op volwassen, vruchtbare leeftijd gestorven zijn.” Er zijn ook, zoals eerder vermeld, wapens gevonden, waaronder een zwaard en een lanspunt.

De aanleg van het Merovechpark

Het grafveld is dus gebruikt door de Merovingers, een volk dat over een deel van West Europa heerste. Het is tot rijksmonument verklaard. Het ligt diep onder de grond. Boven het terrein waar het grafveld ligt, wordt het Merovechpark aangelegd. Merovech is de naam van een koning van de Merovingers. In het park kan gewandeld en gespeeld worden. Volgens de reclametekst van de gemeente krijgt men er een beeld van het leven van de Merovingers.

 

Dit park, aldus de informatie, beschermt het monument, vertelt de bijzondere geschiedenis van de plek en wordt ‘het mooie nieuwe recreatieplek in Rijnsburg’.

De ophoging van de grond

Hoe gaat het Merovechpark eruitzien? De grond wordt een stuk opgehoogd, waardoor het onderliggend monument beschermd blijft. In het midden komt een rond grasveld. Dat ligt iets lager dan de rand eromheen en verbeeldt de historische plek. De rand ziet er avontuurlijk uit, aldus de tekst op de website van de gemeente, met ruig gras en meerstammige bomen. In het park zelf komen grote gekleurde kralen. In het grafveld zijn namelijk kralenkettingen gevonden van glas en aardewerk. Kinderen kunnen op de kralen klimmen en er doorheen te kruipen. Verder is er genoeg ruimte om te voetballen, te wandelen en te spelen op speeltoestellen. Er worden betonnen bankjes geplaatst met mozaïek op de zitting waarvan het patroon verwijst naar de gouden gesp die in 1931 in Rijnsburg is gevonden. Ook de bloemen in het park worden in een patroon geplant.

 Plattegrond van de nieuwe wijk met rechts bovenin het Merovechpark

De aanleg in fases

Het park wordt in fases aangelegd. In 2016 en 2017 wordt de grond ingezaaid met groenbemester zodat deze kan rijpen. Tijdens de bouw van de woningen wordt de grond opgehoogd. In 2019-2020 is de bebouwing van De Horn klaar en is de grond van het park gerijpt. De paden worden dan aangelegd, het gras wordt ingezaaid en de bomen worden geplant. Ook de speel- en zitelementen worden geplaatst. Na 2020 kunnen in overleg met de nieuwe bewoners nog extra (speel-)voorzieningen worden geplaatst.

Tomaello (bedrijf) heeft de terrazzo banken gemaakt. Op een van de banken is een patroon gemaakt dat is afgeleid van de Rijnsburgse gesp die in het grafveld is gevonden. website

Zo zien we hoe, ook op deze plek, het Nederlands prechristelijk erfgoed keurig wordt weggeharkt; net als bij bijvoorbeeld de paalcirkel in Heiloo: men bouwt er een nieuwbouwwijk op of omheen. De sacrale plek wordt ingekapseld in een recreatiepark. Pluspunt is dat er een zichtbare markering wordt aangebracht en het mogelijk is in ieder geval naar deze plek te gaan. Er zijn genoeg plaatsen waar je niet meer bij kunt komen omdat daar inmiddels huizen zijn gebouwd.

 

Plattegrond van de nieuwe wijk aan Oegsgeesterkanaal, Collegiantenstraat en Oegstgeesterweg

Medio zomer 2016 ben ik de plek gaan opzoeken en verkennen; er was nog slechts een groot braakliggend stuk terrein, dat alleen aan de uiterste kant is bebouwd met een aantal villa’s. Officieel was het terrein verboden om te betreden. Het is slechts bij benadering te bepalen waar het grafveld ligt. Naambordjes in de bouwstraat naar de villa’s toe geven wel aan dat we ons hier in Merovingische sferen bevinden. Wat de Karel de Grotestraat hier dan ineens doet, is wel een grote vraag. Hier wordt de geschiedenis geweld aangedaan.

Adres Rijnsburg, gebied tussen de Collegiantstraat, Oegstgeesterweg en het Oegstgeesterkanaal, ingang Karel de Grotestraat.

@2023: inmiddels is de wijk de Horn gebouwd en ligt er een ‘herinnering’ midden in het park, aan het grafveld.

foto van website Parklaan, landschapsbureau: “sacrale centrale ruimte met kralenveld”


Grafvelden in de buurt

Dijkstra geeft aan dat er nog meer grafvelden gevonden zijn. Op pagina 225 van zijn studie is op een kaart de ligging van “de grafvelden en overige locaties met aanwijzingen voor laat-Romeinse of vroeg-middeleeuwse begraving(en) of crematie(s)”te zien waaronder naast Rijnsburg-De Horn,  Katwijk-Klein Duin; Rijnsburg-Abdij; Katwijk-Zanderij, Noordwijk. Dit zijn niet per definitie grafvelden uit de Merovingische tijd. De Abdij te Rijnsburg is van vroeg-middeleeuwse tijd.

De geschiedenis van Rijnsburg

Een bezoek aan Rijnsburg mag niet ontbreken omdat het de vroegmiddeleeuwse sfeer nog laat voelen. Hoewel er hier reeds voor de jaartelling mensen wonen is er in de zesde eeuw pas sprake van een echt dorp met een omheining om aanvallen van de Noormannen te kunnen afslaan. Rijnsburg is ontstaan in 975. In de 6e eeuw heette het Rudolfsheim en het was een dichtbevolkte plaats aan de oever van de Vliet. Bij dit plaatje lag in het vroegere graafschap Holland een verdedigingswerk. Daardoor veranderde de naam in Rinasburg, wat nu Rijnsburg heet. De toevoeging ‘burg’ duidt in veel gevallen op een burcht. Rijnsburg kent dus een rijke historie die meer dan 1000 jaar terug gaat in de tijd.

Het straatbordje ‘Abdijlaan’ herinnert aan de Benedictijner abdij voor adellijke vrouwen waar Rijnsburg vroeger om bekend stond. Die werd rond 1120 door gravin Petronella van Saksen, de weduwe van Graaf Floris III op haar landgoederen gesticht. De abdij had grote kerkelijke en wereldlijke invloed. De abdij heeft 450 jaar bestaan en wordt in 1574 verwoest, maar de toren blijft staan.

Achter de overgebleven romaanse toren uit de 12e eeuw wordt na een aantal jaren een kleine kerk neergezet. De kerk wordt in 1578 in gebruik genomen.  De Grote- of Laurentiuskerk wordt in 1577/1578 gebouwd met materialen afkomstig van een voormalige kerk uit de Hoofdstraat (toen Dorpsstraat) in Noordwijk. Rond de Laurentiuskerk zijn de fundamenten van de abdij nog te zien. Naast de kerk bevindt zich ook het mausoleum waar de leden van de Hollandse grafelijke familie zijn bijgezet, de mannelijke namen staan bovenop de enorme platte steen: Willem I, Floris IV en Floris V.

Een krachtig leycentrum

Er is hier sprake van een redelijk krachtig leycentrum, aldus Sietse van der Tuin. In de directe omgeving van de abdijkerk, wordt het hoofd leycentrum gevonden op de plaats van het altaar van de vroegere kerk, precies zoals het hoort. En in de apsis wordt door Chris Zoet een bijzondere uitstraling waargenomen (een reden voor monniken op dit soort plaatsen om hun abdij te bouwen!). Ook ziet hij een put in één van de cirkelvormige kapellen naast het koor. Ter plaatse tenslotte, zijn veel kleinere leycentra.

Het grootste leycentrum van Rijnsburg evenwel wordt gevonden in een moderne wijk; het stratenplan lijkt op de plattegrond van een kerk. In de apsis daarvan ligt het leycentrum. Deze plek heet Sinte Barbara’s Tuin

Een maquette van het vroegere Abdijcomplex is te zien in het museum Oud Rijnsburg, aan de overkant van de kerk. Ook zijn daar de belangrijke archeologische vondsten uit de periode 600-1700 te zien. Het museum is beperkt open, in ieder geval op zaterdag van 13-16 uur. 

                                   

Ook het straatbord De Burcht herinnert aan het grafelijke verleden. Het voormalige gemeentehuis daar is nu Dienstencentrum de Burgt en in het gebouw is ook de brasserie De Burgt gevestigd. Zo herinneren deze namen aan wat hier is geweest.

 

Vondst van een nederzetting in Rijnsburg

Medio maart 2016, tenslotte, werd in Rijnsburg, aan de Trappenberglaan, de resten van een complete nederzetting blootgelegd. De nederzetting geeft een goed beeld van de manier waarop mensen ruim 2000 jaar geleden leven. Op de top van een oude duin liggen resten van een erf met verschillende bijgebouwen. En ook zijn er sporen van een akker gevonden. De vondst geeft een compleet beeld geeft van zowel de woonplek als de werkplek van de mensen in de Late IJzertijd’, de periode die 250 jaar voor het jaar nul start.  

©  Lida van de Water

 

Het Merovechpark (Huldtoneel) en Rijnsburg bezoeken

·       Het Merovechpark komt dus te liggen in het nieuwe woongebied tussen de Collegiantenstraat, de Oegstgeesterweg en het Oegstgeesterkanaal..

·       Museum Oud Rijnsburg: Oude Vlietweg 6, 2231 CN Rijnsburg, 071-4022961.

·       Horecamogelijkheid in Rijnsburg is beperkt tot brasserie De Burgt, op zondag gesloten.

 

Geraadpleegde bronnen

http://duinenenmensen.nl/wp-content/uploads/2014/12/Tijdschrift-Holland-34-2-2002-pag-127-149-intro-en-huldtoneel.pdf

http://duinenenmensen.nl/zeldzaam-van-aard-edel-in-bedoeling-en-gepast-van-uitvoering-een-archeologisch-perspectief-op-de-hollandse-huldtonelen/

https://www.katwijk.nl/wonen-verkeer-en-leefomgeving/projecten/rijnsburg/de-horn/

Rondon de mondingen van Rijn & Maas: landschap en bewoning tussen de3e en 9e eeuw in Zuid-Holland, in het bijzonder de Oude Rijnstreek. Author M.F.P. Dijkstra. Faculty Faculty of Humanities, 2011

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten